seizoen
荷兰语
编辑词源
编辑源自中古荷蘭語 saisoene、sysoen,源自古法語 saison,源自拉丁語 satiōnem。[1]
发音
编辑名词
编辑seizoen n (複數 seizoenen,指小 seizoentje n)
- 季節
- 近義詞:jaargetijde
- 時節
衍生词汇
编辑- broedseizoen
- hoogseizoen
- jachtseizoen
- laagseizoen
- naseizoen
- oogstseizoen
- regenseizoen
- seizoenarbeid
- seizoensfinale
- seizoensproduct
- voorseizoen
派生語彙
编辑- 南非語: seisoen