liefhebben

荷兰语

词源

源自中古荷兰语 liefhebben，等同于lief +‎ hebben。与低地德语 leefhebben, 德语 liebhaben同源。

发音

• 国际音标^(帮助): /ˈlifˌɦɛbə(n)/

• 音频：

  (档案)

• 断字：lief‧heb‧ben

动词

liefhebben

1. 爱

变位

liefhebben的变位形式 (弱变化，不规则，可分)
不定式	liefhebben
过去式单数	had lief
过去分词	liefgehad
不定式	liefhebben
动名词	liefhebben n
	主句		从句
	现在式	过去式	现在式	过去式
第一人称单数	heb lief	had lief	liefheb	liefhad
第二人称单数（jij）	hebt lief	had lief	liefhebt	liefhad
第二人称单数（u）	hebt lief, heeft lief	had lief	liefhebt, liefheeft	liefhad
第二人称单数（gij）	hebt lief	hadt lief	liefhebt	liefhadt
第三人称单数	heeft lief	had lief	liefheeft	liefhad
复数	hebben lief	hadden lief	liefhebben	liefhadden
虚拟式单数1	hebbe lief	hadde lief	liefhebbe	liefhadde
虚拟式复数1	hebben lief	hadden lief	liefhebben	liefhadden
命令式单数	heb lief
命令式复数1	hebt lief
分词	liefhebbend	liefgehad
1)古体。

近义词

• houden van

派生语汇

• 南非语: liefhê

异序词

• hebben lief