wonen

荷蘭語

詞源

源自中古荷蘭語 wōnen，源自古荷蘭語 wonon，源自原始西日耳曼語 *wunēn，源自原始日耳曼語 *wunāną，源自原始印歐語 *wenh₁- (「希望，愛」)。

發音

• 國際音標^(幫助): /ˈʋoːnə(n)/

• 音頻：

  (檔案)

• 斷字：wo‧nen
• 韻部：-oːnən

動詞

wonen

1. (不及物) 生活，居住

變位

wonen的變位形式 (弱變化)
不定式	wonen
過去式單數	woonde
過去分詞	gewoond
不定式	wonen
動名詞	wonen n
	現在式	過去式
第一人稱單數	woon	woonde
第二人稱單數（jij）	woont	woonde
第二人稱單數（u）	woont	woonde
第二人稱單數（gij）	woont	woonde
第三人稱單數	woont	woonde
複數	wonen	woonden
虛擬式單數1	wone	woonde
虛擬式複數1	wonen	woonden
命令式單數	woon
命令式複數1	woont
分詞	wonend	gewoond
1)古體。

派生詞

• bewonen
• bijwonen
• inwonen
• scheefwonen
• uitwonen
• woning
• woonachtig
• woonbaar
• woongemeenschap
• woongenot
• woonhuis
• woonkamer
• woonzaam

派生語彙

• 南非語: woon
• 澤西荷蘭語: wône
• 維京群島克里奧荷蘭語: woon, won, wun

異序詞

• wonne

中古荷蘭語

詞源

源自古荷蘭語 wonon，源自原始日耳曼語 *wunāną。

動詞

wōnen

1. 生活
2. 居住

變位

本動詞需要添加變位表模板。

派生語彙

• 荷蘭語: wonen
• 林堡語: woeane, wónne

拓展閱讀

• 「wonen (II)」，Vroegmiddelnederlands Woordenboek[早期中古荷蘭語詞典]，2000年
• Verwijs, E.; Verdam, J. (1885–1929年)，「wonen」，Middelnederlandsch Woordenboek，The Hague：Martinus Nijhoff，ISBN 2859100695

中古英語

詞源

源自古英語 wunian (「居住，熟悉」)。

動詞

wonen（第三人稱單數一般現在時 woneth，現在分詞 wonynge，第一/第三人稱單數過去直陳式和過去分詞 woned）

1. 居住

派生語彙

• 英語: wone